- toe
- toe1{{/term}}〈bijwoord〉1 [gericht/in de richting naar] to(wards)2 [met betrekking tot een bijvoeging] too, as well3 [met betrekking tot een bedoeling/betrekking] to, for4 [dicht] shut, closed♦voorbeelden:1 ergens naar toe willen • 〈figuurlijk〉 be driving/getting at somethingwaar moet dit naar toe? • where will this lead us?2 al kreeg ik geld toe • (not) even if you paid meer het zwijgen toe doen • keep silentdat doet er niet(s) toe • that doesn't matterwilt u nog iets toe? • would you like anything else?3 aan iets toe komen • get round to something¶ er slecht aan toe zijn • be in a bad wayaan vervanging toe zijn • be due for replacementwe moeten weten waar we aan toe zijn • we've got to know where we standtot nu toe • so far, up to now————————toe2{{/term}}〈tussenwerpsel〉1 [vooruit] come on2 [alstublieft] please ⇒ do3 [och kom] come/go on ⇒ come off it4 [kom kom] there, there ⇒ now, now♦voorbeelden:3 toe nou, wou je me dat wijsmaken? • come on, who do you think you're fooling?¶ toe maar • 〈doe het maar〉 go on/ahead; 〈zeg het maar〉 go ahead; 〈ironisch; verbaasd〉 my goodness, good Lord
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.